AVG-regelgeving rondom cameratoezicht

AVG-regelgeving rondom

cameratoezicht

Foto

Bijna iedereen maakt foto's en filmpjes en er is op veel plekken cameratoezicht. Dit kan de privacy van mensen ernstig aantasten. Daarom is het belangrijk dat iedereen die filmt of foto's maakt, zorgvuldig met deze beelden omgaat. Deze pagina geeft u een overzicht van de wettelijke verplichtingen die per situatie gelden (bron: Autoriteit Persoonsgegevens).

Bijna iedereen maakt foto’s en filmpjes. Staan hier andere mensen op, dan kan dit hun privacy aantasten. Zeker als de beelden bijvoorbeeld op internet terechtkomen. Foto’s en filmpjes maken en publiceren mag daarom niet zomaar. Zodra mensen herkenbaar in beeld komen, zijn het persoonsgegevens. En dan geldt de privacywet. Het maakt hierbij wel verschil wie een foto of filmpje maakt en wat diegene ermee doet.

Persoonlijk gebruik

Maakt iemand foto’s en filmpjes voor zichzelf? Bijvoorbeeld als bezoeker van een festival? Dan geldt de privacywet niet. Er is namelijk een uitzondering voor persoonlijk of huishoudelijk gebruik (ook wel de ‘huishoudelijke exceptie’ genoemd). De voorwaarde hierbij is dat deze persoon de foto’s en filmpjes privé houdt of hooguit in een zeer beperkte kring deelt. Bijvoorbeeld in een kleine appgroep.

Wil diegene de foto’s en filmpjes in bredere kring delen? Bijvoorbeeld op een openbare Facebookpagina? Dan geldt de uitzondering niet. Er is dan altijd een grondslag nodig. In de meeste gevallen zal dat betekenen dat er toestemming nodig is van de mensen die op de foto’s en filmpjes staan.

Zakelijk gebruik

Voor zakelijk gebruik geldt de uitzondering niet. Maakt en publiceert iemand namens een organisatie of bedrijf foto’s en filmpjes? Of (ook) voor professionele of commerciële doeleinden? Dan is de privacywet van toepassing.

Dat betekent dat er een wettelijke grondslag nodig is om foto’s en filmpjes te mogen maken en te publiceren. Bijvoorbeeld toestemming van de mensen die op de foto’s en filmpjes staan.

Publicatie op internet

Zoekt u meer informatie over de publicatie van foto's en filmpjes op internet? En hoe u foto's en filmpjes van internet kunt laten verwijderen? Zie dan ook dossier Persoonsgegevens op internet.

Er kunnen goede redenen zijn om een camera op te hangen bij uw huis, zoals een beveiligingscamera of een videodeurbel. Dat is ook niet verboden. Maar u moet er wel voor zorgen dat u zo min mogelijk inbreuk maakt op de privacy van andere mensen, zoals uw buren of voorbijgangers. Net zoals uw buren rekening moeten houden met úw privacy als zij een camera ophangen bij hun huis. 

Belangrijkste regel camera bij huis

De belangrijkste regel is dat uw camera alleen uw eigen bezittingen mag filmen. U mag dus niet de eigendommen van anderen filmen, zoals het huis of de tuin van uw buren. Ook mag u in principe niet de openbare weg filmen, zoals de stoep of parkeerplaatsen.

Uw eigen verantwoordelijkheid

Het is uw eigen verantwoordelijkheid om de camera zo af te stellen dat die alleen uw bezittingen filmt.

Laat u uw camera ophangen door een installatiebedrijf? Kijk dan met de installateur mee hoe die de camera instelt. En geef aan dat u de camera privacyproof wilt instellen. Controleer zelf of uw camera daadwerkelijk alleen op uw eigendommen is gericht.

Uitzonderingen camera bij huis

Soms kan het echt niet anders dan dat u een stukje van de openbare weg filmt. Bijvoorbeeld omdat uw voordeur direct grenst aan de openbare weg. In dat geval moet u ervoor zorgen dat u de privacy van voorbijgangers zo min mogelijk schendt.

Alleen in zeer uitzonderlijke gevallen mag u een camera doelbewust richten op een gedeelte van het terrein van uw buren of de openbare ruimte.

Wat kan de AP doen tegen cameratoezicht?

Filmt uw camera wél bezittingen van anderen of de openbare weg, terwijl dit niet nodig is? Dan overtreedt u de privacywet.

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) kan horen over uw cameratoezicht. Bijvoorbeeld als iemand een klacht over uw camera bij de AP indient. Vervolgens kan de AP op verschillende manieren tegen u optreden als uw camera niet privacyproof is ingesteld.

Camera van uw buren

Voelt u zich aangetast in uw privacy door de camera van uw buren? Ga dan eerst in gesprek met uw buren. Komt u er samen met uw buren niet uit, dan kunt u andere stappen zetten.

Stappenplan camera bij huis

Alles waar u rekening mee moet houden als u een camera wilt ophangen bij uw huis, vindt u in het Stappenplan camera bij huis.

Op straat hangen vaak camera’s. Bijvoorbeeld in uitgaansgebieden. Gemeenten mogen daar met camera’s toezicht houden. Vervolgens mag de politie de beelden bekijken en gebruiken. Dat gemeenten en de politie dit mogen, staat in de wet. Bedrijven en particulieren mogen niet zomaar filmen op openbare plaatsen.

Informatie voor professionals

Bent u professional en op zoek naar informatie over hoe cameratoezicht in de openbare ruimte wettelijk is geregeld? Bijvoorbeeld wie de verwerkingsverantwoordelijke is? Lees dan verder bij Vragen over cameratoezicht op openbare plaatsen.

Regulier cameratoezicht door gemeente en politie

De gemeente mag camera’s ophangen om toezicht te houden op openbare plaatsen ter handhaving van de openbare orde. De politie mag de beelden van de camera’s bekijken om te controleren of alles rustig en veilig verloopt op de plekken waar de camera’s staan of hangen. Gebeurt er iets, zoals een vechtpartij? Dan mag de politie de beelden ook gebruiken om de daders op te sporen.

De gemeente beslist over de inzet van het reguliere cameratoezicht, maar de politie is verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van de camerabeelden. Er zijn wel voorwaarden waar de gemeente en de politie zich aan moeten houden.

Incidenteel cameratoezicht door politie

De politie kan ook incidenteel en kortstondig (mobiel) cameratoezicht inzetten als daarvoor een concrete aanleiding bestaat. Bijvoorbeeld bij een risicowedstrijd in het betaalde voetbal, een demonstratie of (dreigende) rellen.

Mobiel of flexibel cameratoezicht

De gemeente en de politie mogen verplaatsbare of mobiele camera’s inzetten voor het toezicht. Zoals drones, camera’s op een verplaatsbare mast of op een rijdende auto. Ook hiervoor gelden voorwaarden. Het is extra belangrijk dat mensen goed worden geïnformeerd over het cameratoezicht, omdat ze het niet altijd verwachten of opmerken.

Camera's in reclamezuilen

Bedrijven mogen niet zomaar op openbare plaatsen voorbijgangers filmen met camera's in reclamezuilen of billboards. Wilt u als bedrijf weten wat de regels zijn? Zie dan: Mag ik als bedrijf volgens de AVG camera’s in reclamezuilen gebruiken?

Camera’s van particulieren

Mensen kunnen goede redenen hebben om een camera op te hangen bij hun huis, zoals een beveiligingscamera of een videodeurbel. Dat is ook niet verboden.

Maar zij mogen daarbij de openbare weg in principe niet filmen. Zie verder: Camera's bij huis en bij de buren.

Cameratoezicht op het werk kan helpen tegen bijvoorbeeld diefstal of beschadiging van eigendommen. Maar de inbreuk op de privacy van de werknemers en bezoekers is groot. Daarom mogen werkgevers alleen camera’s ophangen als zij aan een aantal voorwaarden voldoen.

Werkgevers moeten ervoor zorgen dat de inbreuk op de privacy zo klein mogelijk is. Een camera in bijvoorbeeld een toilet of kleedhokje gaat te ver, omdat mensen dan bloot in beeld kunnen komen.

Verder mag de camera geen geluidsopnamen maken. Dit is voor het doel namelijk niet nodig.

Gerechtvaardigd belang

De werkgever moet een gerechtvaardigd belang hebben voor het cameratoezicht. Bijvoorbeeld diefstal tegengaan of werknemers en bezoekers beschermen.

Noodzaak cameratoezicht

Het cameratoezicht moet noodzakelijk zijn. Dat wil zeggen dat de werkgever het doel, bijvoorbeeld fraudebestrijding, niet op een andere manier kan bereiken. Is er geen andere mogelijkheid, die minder ingrijpend is voor de privacy? Dat moet de werkgever eerst nagaan.

Ook mag het cameratoezicht niet op zichzelf staan. Het moet onderdeel zijn van een totaalpakket aan maatregelen.

Privacytoets

De werkgever moet eerst een privacytoets uitvoeren. Dit betekent dat de werkgever de belangen en rechten van de werknemers en bezoekers afweegt tegen zijn eigen belang.

Ook moet de werkgever de plannen vooraf met de ondernemingsraad (OR) bespreken. De OR moet vooraf ingestemd hebben met de camera’s voordat de werkgever kan starten met het cameratoezicht.

DPIA

Zet de werkgever grootschalig en/of systematisch cameratoezicht in om diefstal en fraude door werknemers te bestrijden? Dan moet de werkgever een data protection impact assessment (DPIA) uitvoeren.

Dit is bijvoorbeeld zo als de werkgever structureel of gedurende een langere periode cameratoezicht inzet voor dit doel.

Wil de werkgever een verborgen camera (heimelijk cameratoezicht) inzetten? Dan moet de werkgever hiervoor altijd een DPIA uitvoeren. Ook als het heimelijk cameratoezicht incidenteel is.

Rechten werknemers en bezoekers

De werkgever moet ervoor zorgen dat de werknemers en bezoekers weten dat er een camera hangt en voor welk doel deze er hangt. Bijvoorbeeld door bordjes op te hangen.

Daarnaast geeft de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) de volgende privacyrechten aan betrokkenen:

  • het recht om gegevens (camerabeelden) in te zien;
  • het recht om vergeten te worden;
  • het recht op beperking van de verwerking;
  • het recht om bezwaar te maken tegen het gebruik van persoonsgegevens.

Bewaartermijn camerabeelden

De werkgever mag de camerabeelden niet langer bewaren dan noodzakelijk is. De richtlijn hiervoor is maximaal 4 weken.

Maar is er een incident vastgelegd, zoals diefstal? Dan mag de werkgever de betreffende beelden bewaren tot dit incident is afgehandeld.

 

Op scholen hangen steeds vaker camera’s. Bijvoorbeeld om vernielingen of diefstal tegen te gaan. Maar de inbreuk op de privacy van leerlingen, leerkrachten en bezoekers is groot. Daarom mogen scholen alleen camera’s ophangen als zij aan een aantal voorwaarden voldoen. Ook moeten zij ervoor zorgen dat de inbreuk op de privacy zo klein mogelijk is. Een camera in bijvoorbeeld een toilet of kleedhokje gaat te ver, omdat mensen dan bloot in beeld kunnen komen.

Gerechtvaardigd belang

De school moet een gerechtvaardigd belang hebben voor het cameratoezicht. Bijvoorbeeld diefstal tegengaan of leerlingen, leerkrachten en bezoekers beschermen.

Noodzaak cameratoezicht

Het cameratoezicht moet noodzakelijk zijn. Dat wil zeggen dat de school het doel niet op een andere manier kan bereiken. Is er geen andere mogelijkheid, die minder ingrijpend is voor de privacy? Dat moet de school eerst nagaan.

Ook mag het cameratoezicht niet op zichzelf staan. Het moet onderdeel zijn van een totaalpakket aan maatregelen.

Privacytoets

De school moet eerst een privacytoets uitvoeren. Dit betekent dat de school de belangen van de leerlingen, leerkrachten en bezoekers afweegt tegen het eigen belang.

Ook moet de school de plannen vooraf met de medezeggenschapsraad bespreken.

DPIA

Zet de school grootschalig en/of systematisch cameratoezicht in om diefstal tegen te gaan of leerlingen, leerkrachten en bezoekers te beschermen? Dan moet de school een data protection impact assessment (DPIA) uitvoeren.

Dit is bijvoorbeeld zo als de school structureel of gedurende een langere periode cameratoezicht inzet voor dit doel.

Wil de school een verborgen camera (heimelijk cameratoezicht) inzetten? Dan moet de school hiervoor altijd een DPIA uitvoeren. Ook als het heimelijk cameratoezicht incidenteel is.

Rechten leerlingen, leerkrachten en bezoekers

De school moet ervoor zorgen dat de leerlingen, leerkrachten en bezoekers weten dat er een camera hangt en voor welk doel deze er hangt. Bijvoorbeeld door bordjes op te hangen.

Daarnaast geeft de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) de volgende privacyrechten aan betrokkenen:

  • het recht om gegevens (camerabeelden) in te zien;
  • het recht om vergeten te worden;
  • het recht op beperking van de verwerking;
  • het recht om bezwaar te maken tegen het gebruik van persoonsgegevens.

Bewaartermijn camerabeelden

De school mag de camerabeelden niet langer bewaren dan noodzakelijk is. De richtlijn hiervoor is maximaal 4 weken.

Maar is er een incident vastgelegd, zoals diefstal? Dan mag de school de betreffende beelden bewaren tot dit incident is afgehandeld.

Cameratoezicht in of rond een winkel, horecagelegenheid of sportclub kan helpen om eigendommen, bezoekers en personeel te beschermen. Maar de inbreuk op de privacy van klanten en werknemers is groot. Daarom mogen ondernemers alleen camera’s ophangen als zij aan een aantal voorwaarden voldoen. Ook moeten zij ervoor zorgen dat de inbreuk op de privacy van de klanten en het personeel zo klein mogelijk is. Een camera in een pashokje, kleedkamer of toilet gaat te ver, omdat mensen dan bloot in beeld kunnen komen.

Gerechtvaardigd belang

De ondernemer moet een gerechtvaardigd belang hebben voor het cameratoezicht. Bijvoorbeeld diefstal tegengaan of klanten en werknemers beschermen.

Noodzaak cameratoezicht

Het cameratoezicht moet noodzakelijk zijn. Dat wil zeggen dat de ondernemer het doel niet op een andere manier kan bereiken. Is er geen andere mogelijkheid, die minder ingrijpend is voor de privacy? Dat moet de ondernemer eerst nagaan.

Ook mag het cameratoezicht niet op zichzelf staan. Het moet onderdeel zijn van een totaalpakket aan maatregelen.

Privacytoets

De ondernemer moet eerst een privacytoets uitvoeren. Dit betekent dat hij de belangen van de klanten en de werknemers afweegt tegen zijn eigen belang.

DPIA

Zet de ondernemer grootschalig en/of systematisch cameratoezicht in om diefstal en fraude door werknemers te bestrijden? Dan moet de werkgever een data protection impact assessment (DPIA) uitvoeren.

Dit is bijvoorbeeld zo als de ondernemer structureel of gedurende een langere periode cameratoezicht inzet voor dit doel.

Wil de ondernemer een verborgen camera (heimelijk cameratoezicht) inzetten? Dan moet de ondernemer hiervoor altijd een DPIA uitvoeren. Ook als het heimelijk cameratoezicht incidenteel is.

Rechten klanten en werknemers

Voordat klanten naar binnen gaan, moeten zij kunnen weten dat er cameratoezicht is. De ondernemer moet hen hierover informeren. Bijvoorbeeld door bordjes op te hangen. Het moet duidelijk zijn voor welk doel de camera’s daar hangen.

Daarnaast geeft de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) de volgende privacyrechten aan betrokkenen:

  • het recht om gegevens (camerabeelden) in te zien;
  • het recht om vergeten te worden;
  • het recht op beperking van de verwerking;
  • het recht om bezwaar te maken tegen het gebruik van persoonsgegevens.

Bewaartermijn camerabeelden

De ondernemer mag de camerabeelden niet langer bewaren dan noodzakelijk is. De richtlijn hiervoor is maximaal 4 weken.

Maar is er een incident vastgelegd, zoals diefstal? Dan mag de werkgever de betreffende beelden bewaren tot dit incident is afgehandeld.

Cameratoezicht in een zorginstelling, zoals een ziekenhuis of verpleeghuis, kan helpen om eigendommen en patiënten, bezoekers en personeel te beschermen. Maar de inbreuk op de privacy van deze mensen is groot. Daarom mogen zorginstellingen alleen camera’s ophangen als zij aan een aantal voorwaarden voldoen. Ook moeten zij ervoor zorgen dat de inbreuk op de privacy zo klein mogelijk is. Een camera in een behandelruimte of toilet gaat te ver, omdat mensen dan bloot in beeld kunnen komen.

Gerechtvaardigd belang

De zorginstelling moet een gerechtvaardigd belang hebben voor het cameratoezicht. Bijvoorbeeld diefstal tegengaan of patiënten, bezoekers en personeel beschermen.

Noodzaak cameratoezicht

Cameratoezicht in een zorginstelling is alleen toegestaan als dit noodzakelijk is. Dat wil zeggen dat de zorginstelling het doel niet op een andere manier kan bereiken. Is er geen andere mogelijkheid, die minder ingrijpend is voor de privacy? Dat moet de zorginstelling eerst nagaan.

Ook mag het cameratoezicht niet op zichzelf staan. Het moet onderdeel zijn van een totaalpakket aan maatregelen.

Privacytoets

De zorginstelling moet eerst een privacytoets uitvoeren. Dit betekent dat de zorginstelling de belangen van de patiënten, bezoekers en personeel afweegt tegen het eigen belang.

DPIA

Zet de zorginstelling grootschalig en/of systematisch cameratoezicht in om diefstal tegen te gaan of patiënten, bezoekers en personeel te beschermen? Dan moet de zorginstelling een data protection impact assessment (DPIA) uitvoeren.

Dit is bijvoorbeeld zo als de zorginstelling structureel of gedurende een langere periode cameratoezicht inzet voor dit doel.

Wil de zorginstelling een verborgen camera (heimelijk cameratoezicht) inzetten? Dan moet de zorginstelling hiervoor altijd een DPIA uitvoeren. Ook als het heimelijk cameratoezicht incidenteel is.

Rechten

De zorginstelling moet ervoor zorgen dat de patiënten, bezoekers en werknemers weten dat er een camera hangt en voor welk doel deze er hangt. Bijvoorbeeld door bordjes op te hangen.

Daarnaast geeft de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) de volgende privacyrechten aan betrokkenen:

  • het recht om gegevens (camerabeelden) in te zien;
  • het recht om vergeten te worden;
  • het recht op beperking van de verwerking;
  • het recht om bezwaar te maken tegen het gebruik van persoonsgegevens.

Bewaartermijn camerabeelden

De zorginstelling mag de camerabeelden niet langer bewaren dan noodzakelijk is. De richtlijn hiervoor is maximaal 4 weken.

Maar is er een incident vastgelegd, zoals diefstal? Dan mag de zorginstelling de betreffende beelden bewaren tot dit incident is afgehandeld.

Camera’s langs (snel)wegen registreren kentekens van passerende voertuigen. De politie gebruikt deze kentekens voor automatische kentekenherkenning, ook wel automatic numberplate recognition (ANPR) genoemd. Rijkswaterstaat en de provincies gebruiken de kentekens voor verkeersonderzoek.

ANPR

ANPR is een methode om gefotografeerde kentekens op automatische wijze te vergelijken met kentekens in politiebestanden. Op deze manier kan de politie verdachten signaleren, bijvoorbeeld voortvluchtige personen.

De automatische vergelijking kan een hit opleveren: een signaal dat een kenteken wordt herkend. De politie kan dan direct actie ondernemen. Een no-hit betekent dat een gescand kenteken niet voorkomt in het politiebestand en dat dit kenteken dus niet wordt gezocht.

Op grond van de Wet politiegegevens mag de politie ANPR onder voorwaarden toepassen om de dagelijkse politietaak uit te voeren. Maar de politie moet daarbij wel rekening houden met de privacy van automobilisten.

Verkeersonderzoek

Een van de taken van Rijkswaterstaat en de provincies is te zorgen voor betere doorstroming van de wegen. Voor dit doel kunnen zij verkeersonderzoek doen. Zij gebruiken de geregistreerde kentekens dan om mensen een uitnodiging voor een verkeersenquête sturen. Dit doen zij door via het kentekenregister de adressen op te vragen die bij de kentekens horen.

Biometrische persoonsgegevens zijn persoonsgegevens die het resultaat zijn van een specifieke technische verwerking van fysieke, fysiologische of gedragsgerelateerde kenmerken van een persoon. Op grond hiervan is eenduidige identificatie van die persoon mogelijk. Of wordt zijn/haar identiteit bevestigd.

Voorbeelden van biometrische persoonsgegevens zijn vingerafdrukken of gezichtsafbeeldingen. Deze lichaamskenmerken zijn uniek. Daarom kunnen organisaties ze gebruiken om mensen te identificeren. En ook om te controleren of iemand is wie hij/zij zegt te zijn (authenticatie).

Toepassing biometrie

De meest gangbare en toegepaste vormen van biometrie zijn de vingerafdruk, de iris- of netvliesscan, stemherkenning en de gezichtsscan. Organisaties zetten deze vormen van biometrie vaak in voor identificatie bij toegangscontrole.

Ook kunnen organisaties bepaalde gedragskenmerken gebruiken voor identificatie. Bijvoorbeeld de manier waarop iemand een handtekening zet.

Waarborgen privacy

Het waarborgen van de privacy van een individu is van groot belang bij de inzet van biometrie. De unieke lichaamskenmerken zijn te herleiden naar één individu. Biometrische gegevens bevatten vaak ook meer informatie dan strikt noodzakelijk is voor bijvoorbeeld identificatie. Zo kan er uit bepaalde lichaamskenmerken ook afgeleid worden wat iemands gezondheidstoestand of ras is.

Wetgeving

De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) regelt de verwerking van biometrische persoonsgegevens. Daarnaast bevat de Uitvoeringswet AVG (UAVG) nadere bepalingen hierover.

Bijzondere persoonsgegevens

De AVG bepaalt dat de verwerking van biometrische persoonsgegevens een verwerking van bijzondere persoonsgegevens is. Volgens de AVG is het verwerken van biometrische gegevens om iemand te identificeren in beginsel verboden.

Nederland heeft in de UAVG bijkomende voorwaarden hierover vastgesteld. Het verbod op het verwerken van biometrische gegevens is in Nederland niet van toepassing als de verwerking noodzakelijk is voor authenticatie of beveiligingsdoeleinden.

Meer informatie?

Neem contact met ons op

Contact Gegevens

Osec B.V.
Signaal 84
1446 XA Purmerend

info@osec.nl
+31 (0)299 666662

Volg Ons

©2024 Osec B.V.